Enjoy the best quotes of Chuang Chou. Explore, save & share top quotes by Chuang Chou.
“The Great Way is not named; Great Discriminations are not spoken; Great Benevolence is not benevolent; Great Modesty is not humble; Great Daring does not attack. If the Way is made clear, it is not the Way.”
Chuang Chou“The Great Way is not named; Great Discriminations are not spoken; Great Benevolence is not benevolent; Great Modesty is not humble; Great Daring does not attack. If the Way is made clear, it is not the Way.”
Chuang Chou“China has no income tax no unemployed and not a single soldier outside its own territory.”
Chou En-lai“Nuestra expectativa debe de ser mayor en nosotros mismos que en las demás personas.”
Victor Manuel Rivera, En Busca de La Verdadera Libertad“Leef hard en goed en schoon en wild. Kijk goed, voel beter. Wees niet bang. Kies voor wat u blij maakt, wat het ook moge zijn. Durf proberen wat te lastig lijkt. Leg de lat hoog genoeg. Koester en laat u koesteren. Geef anderen wat ze verdienen, en uzelf minstens ook. Blijf hopen, willen, dromen, wensen.”
Griet Op de Beeck, Vele hemels boven de zevende“victor hugo, Les Contemplations, MorsJe vis cette faucheuse. Elle était dans son champ. Elle allait à grands pas moissonnant et fauchant, Noir squelette laissant passer le crépuscule. Dans l'ombre où l'on dirait que tout tremble et recule, L'homme suivait des yeux les lueurs de la faulx.Et les triomphateurs sous les arcs triomphaux Tombaient ; elle changeait en désert Babylone, Le trône en échafaud et l'échafaud en trône, Les roses en fumier, les enfants en oiseaux,L'or en cendre, et les yeux des mères en ruisseaux. Et les femmes criaient : - Rends-nous ce petit être. Pour le faire mourir, pourquoi l'avoir fait naître ? -Ce n'était qu'un sanglot sur terre, en haut, en bas ; Des mains aux doigts osseux sortaient des noirs grabats ; Un vent froid bruissait dans les linceuls sans nombre ; Les peuples éperdus semblaient sous la faulx sombre Un troupeau frissonnant qui dans l'ombre s'enfuit ; Tout était sous ses pieds deuil, épouvante et nuit.Derrière elle, le front baigné de douces flammes, Un ange souriant portait la gerbe d'âmes.”
Victor Hugo“La luz del pasillo iluminaba débilmente mi rostro que se reflejaba de modo fantasmal en el cristal de la ventanilla y me hacía recordar el que tuve en la infancia, el que naufragó para siempre en la despedida, como si aquel niño se hallara agazapado en algún lugar de mi interior esperando un descuido mío para emerger de nuevo en las aguas fangosas del pasado con su sonrisa feliz y sus ojos brillantes.”
Elia Barceló, El secreto del orfebre“Mensen vragen wel eens, geloof jij in God, Martinus? En dan zeg ik ja, uiteraard. Wat ik er dan niet bij vertel is dat ik ook geloof dat hij donkergroen is, inferieur aan de mens en uit op het stelen van mijn portemonnee. Want dan zit er altijd wel een slimmerik tussen die vraagt of God dan ook een hoed op heeft, en of ik hem niet met een leprechaun verwar, een schepsel waar de Nederlanders nooit een woord voor hebben uitgevonden. En ik zou niet weten wat ik daarop moet antwoorden, behalve dan dat God absoluut een hoed draagt, en zeer waarschijnlijk met een klavertje vier rondloopt, wat hij ook wel nodig heeft want ik heb helemaal geen portemonnee.”
Martijn Benders“El error más grande al caer es quedarnos en el piso.”
Victor Manuel Rivera, En Busca de La Verdadera Libertad“Ik riep: “Doornroosje! Je bent ternauwernood meer van belang! Ternauwernood… Nog net wel. Nog niet helemaal niet. “Ik houd ternauwernood oneindig veel pijnlijk nauwgezet en desalniettemin niet voor herhaling vatbaar nog net wel van jou”, zei ik.En niet lang daarna:“Ik houd ternauwernood oneindig veel op zijn minst overdadig en onomkeerbaar pijnlijk nauwgezet bijna achteloos en desalniettemin niet voor herhaling vatbaar nog net wel van jou.”“Van wie?” (riepen de denkbeeldige meeuwen) “Van wie? Van wie?”“Van Doornroosje”, zei ik, buiten adem.”
Toon Tellegen“Yo no nací dichoso. De niño, mi himno favorito era: «Cansado del mundo y con el peso de mis pecados». A los cinco años yo pensaba que si había de vivir setenta no había pasado aún más que la catorceava parte de mi vida vital, y me parecía casi insoportable la enorme cantidad de aburrimiento que me aguardaba. En la adolescencia la vida me era odiosa, y estaba continuamente al borde del suicidio, del cual me libré gracias al deseo de saber más matemáticas. Hoy, por el contrario, gusto de la vida, y casi estoy por decir que cada año que pasa la encuentro más gustosa. Esto es debido, en parte, a haber descubierto cuáles eran las cosas que deseaba más y haber adquirido gradualmente muchas de ellas. En parte es debido también a haberme desprendido, felizmente, de ciertos deseos (la adquisición del conocimiento indudable acerca de algo) como esencialmente inasequibles. Pero en la mayor parte se debe a la preocupación, cada día menor, de mí mismo.”
Bertrand Russell, The Conquest of Happiness